We hebben met twee werkvormen onze vakantieverhalen aan elkaar verteld. Bij wandel-en-sta-stil mocht je aan degene bij wie je stil stond iets over je vakantie vertellen. Daarna mochten een paar kinderen aan de klas vertellen wat de ander had gezegd. Bij zitten-staan noemde de juf iets wat je gedaan kon hebben in de vakantie. Als dat echt zo was mocht je gaan staan en erover vertellen.